Het Europese doel van 20 procent energiebesparing in 2020 lijkt binnen bereik. Maar de zachte winters en haperende economie vertekenen het beeld enigszins, schrijft Siebe Schootstra.
Vorige week publiceerde het Europese statistiekbureau Eurostat een tussenevaluatie van de energiebesparingsdoelen. En de cijfers schetsen een positief beeld.
De besparing ten opzichte van het referentiejaar 1990 en het toen verwachte verbruik in 2014 bedraagt 16,9 procent. Dat is zelfs 2 procent minder dan het streven voor 2020.
(klik voor vergroting)
De doelstellingen zijn vier jaar geleden vastgelegd in de Europese Energie Efficiëntie Richtlijn. Het doel is om een energiebeparing van 20 procent te realiseren in 2020. In oktober vorig jaar werd een nieuw doel bepaald voor 2030 van 27 procent.
Het verbeteren van de energie-efficiëntie wordt gezien als meest effectieve strategie voor het terugdringen van de emissie van broeikasgassen, het vergroten van leveringszekerheid, het verminderen van de afhankelijkheid van energielevering van buiten Europa en het betaalbaar houden van energie voor bedrijven en consumenten. Energiebesparing is in Nederland ook één van de belangrijkste pijlers onder het energiebeleid en het Energieakkoord.
Eindverbruik verlagen
Met besparingsdoelen voor het energieverbruik of het verbeteren van de energie-efficiëntie richt het Europese beleid zich op het eindverbruik, dat van de industrie, vervoer, landbouw en huishoudens.
In Europa daalde het verbruik in 2014 met 2 procent ten opzichte van 1990. Met name het verbruik van olie en steenkool is afgenomen, terwijl er meer gas werd verstookt.
In Nederland is het energieverbruik sinds 1990 behoorlijk gestegen. Voor de industrie nam het verbruik toe met 20 procent, voor huishoudens met bijna 10 procent en voor vervoer met 20 procent.
Maar sinds 2013 is er in Nederland een daling te zien, die zich volgens de Nationale Energieverkenning 2015 (pdf) kan voortzetten. De onderstaande grafiek komt uit de NEV en toont de ontwikkeling bij vastgesteld beleid en bij voorgenomen beleid, waarbij de lichte verbruiksafname is te zien.
(klik voor vergroting)
Omdat volgens de verkenning het jaarlijkse besparingstempo de komende jaren toe zal nemen, wordt het Nederlandse energiebesparingsdoel volgens de Europese Energie Efficiëntie Richtlijn ruimschoots gehaald (met 482 petajoule besparing in 2020). Dit overigens onder voorbehoud van mogelijke wijzigingen in de rekenmethoden voor die besparing.
In het Energieakkoord is nog een extra besparing van 100 petajoule in 2020 vastgelegd, boven op het Europese doel, maar volgens de Nationale Energieverkenning wordt deze ook bij voorgenomen beleid vooralsnog niet gehaald.
Daling niet robuust
De daling van het finale energieverbruik in Europa, maar ook in Nederland, komt niet alleen voort uit besparingsbeleid; integendeel. De verzwakte economie die maar mondjesmaat herstelt is een belangrijke oorzaak van de daling, naast de lagere warmtevraag door de relatief warme winters.
Voor Nederland toonde het jaar 2014 de sterkste daling (met 45 petajoule in één jaar). Dit was naast de lage warmtevraag vooral te danken aan een veel lagere energievraag in de transportsector.
Om voor de jaren tot 2020 een extra inspanning te plegen om het energieverbruik terug te dringen, is de gebouwde omgeving een speerpunt. Onderstaande diagram laat zien dat ondanks alle (voorgenomen) maatregelen de gebouwde omgeving nog steeds het grootste besparingspotentieel biedt.
(klik voor vergroting)
Siebe Schootstra is hoofdredacteur van de sites EnergieBusiness.nl, EnergieOverheid.nl en EnergieVastgoed.nl.
Lees ook
Onderzoek naar recycling autoaccu’s voor energieopslag
Hoe gaat de afvang en opslag van CO2 in zijn werk?
Geen bijstook biomassa nodig voor doelstelling Energieakkoord
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl